De koloniale geschiedenis van Indonesië
Indonesië heeft een lange geschiedenis van buitenlandse overheersing. De Nederlanders hebben het land meer dan 300 jaar bezet. In de 17e eeuw begonnen de Nederlanders Indonesië te koloniseren en richtten Nederlands-Indië op als een compagnie. Ze brachten hun taal en cultuur mee naar de regio, die uiteindelijk bekend werd als Nederlands-Indië. Nederlandstaligen waren in deze periode in de meerderheid in Indonesië en Engelstaligen en autochtone Indonesiërs waren in de minderheid. Tegen de 19e eeuw was de Nederlandse aanwezigheid in Indonesië stevig en veel van de Nederlandse talen waren overgenomen door de mensen in de regio. Nederlands werd veel gesproken en was de belangrijkste vreemde taal, terwijl de inheemse Indonesische taal, Maleis, ook populair was. De Nederlanders introduceerden ook hun Latijnse alfabet in de regio en leerden het aan veel Indonesiërs, die het vervolgens gebruikten om hun eigen taal te schrijven. De Indonesische onafhankelijkheidsbeweging van de 20e eeuw zag een geleidelijke verschuiving weg van de Nederlandse taal. De beweging wilde het land bevrijden van de koloniale overheersing. Als onderdeel hiervan werd Bahasa Indonesia (de Indonesische taal) gepromoot als nationale taal ter vervanging van het Nederlands. Deze inspanning was succesvol; vandaag de dag is Indonesisch de officiële taal van het land. Hoewel Nederlands niet langer een officiële taal is in Indonesië, wordt het nog wel gesproken door sommige mensen in sommige regio’s van het land. Veel Indonesiërs hebben enige kennis van het Nederlands vanwege de historische aanwezigheid in Indonesië, en het wordt ook nog steeds gebruikt in Oost-Timor, Sint Maarten en andere regio’s met banden met Nederland. Daarnaast wonen er vandaag de dag nog steeds Nederlanders in Indonesië die de taal als hun moedertaal spreken. Nederlands wordt echter niet langer beschouwd als een populaire of gangbare taal in Indonesië, omdat de meeste Indonesiërs alleen Bahasa Indonesia spreken.